In een koninkrijk aan de zee,
Dat er een meisje woonde
dat u misschien kent
Met de naam ANNABEL LEE;
En dit meisje woonde
zonder enige andere gedachte
Dan lief te hebben
en door mij bemind te worden.
Ik was een kind
en zij was een kind,
In dit koninkrijk aan de zee;
Maar we hielden van een liefde
die meer was dan liefde-
Ik en mijn Annabel Lee;
Met een liefde
die de gevleugelde serafs
van de hemel zijn
Begeerde haar en mij.
En dit was de reden dat,
lang geleden,
In dit koninkrijk aan de zee,
Een wind waaide ijskoud uit een wolk
Mijn mooie Annabel Lee;
Zodat haar hooggeboren bloedverwant kwam
En droeg haar bij me weg,
Om haar op te sluiten in een graf
In dit koninkrijk aan de zee.
De engelen, niet half zo gelukkig
in de hemel,
Benijd haar en mij benijd-
Ja! – dat was de reden (zoals alle mannen weten,
In dit koninkrijk aan de zee)
Dat de wind ‘s nachts uit de wolk kwam,
Chillen en doden mijn Annabel Lee.
Maar onze liefde was verreweg sterker
dan de liefde
Van degenen die ouder waren dan wij-
Van veel veel wijzer dan wij-
En noch de engelen
in de hemel hierboven,
Noch de demonen onder de zee,
Kan ooit mijn ziel
van de ziel scheiden
Van de mooie Annabel Lee.
Want de maan straalt nooit
zonder me dromen te bezorgen
Van de mooie Annabel Lee;
En de sterren komen nooit op,
maar ik voel de heldere ogen
Van de mooie Annabel Lee;
En dus, al het nachttij,
ga ik naast me liggen
Van mijn schat – mijn schat –
mijn leven en mijn bruid,
In het graf daar aan de zee,
In haar graf aan de klinkende zee.
Edgar Allan Poe
Vorm: Ballad
This is a translation of the poem
Annabel Lee
by
Edgar Allan Poe

Similar Posts

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *